Het dondert op Ambon…..

Het dondert op Ambon…..

Verslag van dominee Verry Patty – Ambon

He DONDERT OP AMBON.

Het is vandaag 31 oktober 2019. Ik verblijf nu al 7 donderdagen in de Oost. Ik blik in dit verslag terug op de eerste drie donderdagen van na de aardbeving van 26 september. Op Ambon spreekt men over ‘pasca gempa bumi’. Toen het gebeurde waren we net 2 donderdagen op Ambon. Op de vijfde donderdag zaten wij in Singapore om onze visum voor Indonesië te verlengen. En op de zesde donderdag was ik weer actief op de campus. Dit verslag verstuur ik op de zevende donderdag. Ik blik terug op basis van de eerste drie donderdagen. Wat dondert er? En waarom?

1. Donderdag 26 september
Het is nu een week geleden, dat op donderdagmorgen 26 september de aardbeving ons verblijf begon te terroriseren. Het leven heeft in deze 7 dagen een totaal ander verloop gekregen. Het BMKP – het Indonesisch agentschap voor meteorologie, klimatologie en geofysica – werd als app massaal ontdekt. Na elke susulan werd het BMKG steevast geraadpleegd. Men moest snel kunnen achterhalen waar en met welke kracht de nastoten plaats vonden. Langzamerhand lijkt het gewone leven zich te herstellen. Na 8 dagen parkeerde de buurman rondom de zonsondergang zijn auto weer in de tuin. De familie verkoos om de nacht in de eigen vertrouwde omgeving door te brengen. Maar uiteindelijk veranderde er weinig aan het straatbeeld van de avond weinig vergeleken met de afgelopen dagen. Rondom 21.00 u was het straatbeeld verlaten en trad er een algehele stilte op. Zo nu en dan liepen er voetgangers afgelost door kerkenraadsleden, die in traditionele kerkkleding huiswaarts keerden. Zij beantwoorden de roep vanuit de leiding an de kerk en de moskee alsook de lokale overheid om op ingetogen wijze God en Allah aan te roepen de stad Ambon nabij te blijven. Het leven in de stad duurde van ‘zeven uur tot 16.00 uur’. Opvallend was de voorzichtigheid, die men daarbij betrachtte. Bij opkomende twijfel hield men de kinderen thuis of toog men – letterlijk en figuurlijk – naar hogere sferen. Het lijkt net alsof de stad de wanhoop nabij is en te midden van de naweeën van de aardbeving Allah en God in wil zetten voor het heil van de stad.

Het verblijf in de noodverblijven werd in de eerste week er niet beter op. De omstandigheden maakten het zwaar voor de mensen, die moesten uitwijken naar de berg. Vanaf donderdag 26 september regende het elke avond. Je zal daar maar in de tent met de ‘extended family’ moeten liggen. Door de kampen heenlopend voeg ik mij af: “Hoe lang zouden de mensen het daar samen uit kunnen houden?” Zo’n tentenkamp riep bij mij de associatie op van de randstad, wat per km2 relatief vele bewoners telt. Maar hier is het inwonersaantal per vierkante meter al hoog.
Welke rol is in deze noodsituatie weggelegd voor een kerkgemeenschap? Een gouden greep blijkt het bestaan van de Badan Penanggulangan Bencana GPM. De oprichting van dit Rampen management team moet ook de betrokkenheid en dienstbaarheid van de GPM intensiveren. Bij eerdere overstromingen en aardverschuiving stelde de GPM al haar gegevens ter beschikking van de vele instellingen (ngo’s). Nooit heeft zij als kerk een verantwoording gekregen van die hulporganen, wat er met al de verkregen gelden precies gedaan werd. Nu kiest zij ervoor om zelf met de binnengekomen donaties aan rampbestrijding te doen. Zij vraagt niet om geld, maar zet haar eigen mensen in om bij te springen in de noodhulp. Het team houdt kantoor in de gebouwen van de Angkatan Muda GPM, de jongeren vereniging en wordt voorgezeten door de scriba van de GPM, pdt Elifaz Maspaitella.

2. Donderdag 3 oktober
Was het nu een ‘a slip of the tongue of gewoon powerplay’ van minister Wiranto? Zijn uitspraken over de problematiek van de aardbeving, vluchtelingen en asielzoekers op de Molukken wekten veel woede en teleurstelling. Hij wilde de kosten drukken en vroeg de mensen om niet angstig te zijn. Ze zouden het moeten aan durven om z.s.m. terug te keren naar hun woningen. De harde werkelijkheid liet dit niet echter toe, want aan de kust was het voor de bewoners te onveilig vanwege de bevingen en nastoten. Deze werden sinds 26 september feilloos geregistreerd door het BMKG – het Indonesisch agentschap voor meteorologie, klimatologie en geofysica. Wiranto’s uitspraken veroorzaakten een golf van protest vanuit alle lagen van de Molukse samenleving. Het leek wel een beving met een kracht van 0,5 op de schaal van Richer… Er werd door sommigen geopperd om als Maluku uit Indonesië te stappen. Binnen enkele dagen nam Wiranto zijn woorden terug en bood zijn excuses aan. En president Wijojo kondigde aan, dat de hulpverlening naar de Molukken geïntensiveerd zou gaan worden. Op 28 oktober – na zijn installatie voor een tweede presidentstermijn – doet hij Ambon aan in het kader van de ‘tanah goyang besar’.

Van overheidswege werd de focus gelegd op de basisbehoeften van de mens. Meer dan eens klonken er verwijten richting de overheid en werd er geklaagd over de traagheid van handelen. In een crisissituatie lopen mensen snel tegen het gevoel op, dat ze niet de ondersteuning krijgen, die ze verdienen. Maar iedereen zag de bevoorrading vanuit de pemerintah/autoriteiten bij de hulpposten. Er werd zorggedragen voor watertanks, sembako (basisvoedsel) en er waren centrale keukens. Tussen al die bedrijven door komen mensen hun medeleven betuigen door allerlei goederen te verspreiden onder de pengungsi. De situatie blijft voor de nodige spanningen zorgen!
De GPM beschikt de laatste jaren over een orgaan, waarmee ze als kerk aan rampenbestrijding, actief diaconale activiteiten wil ontwikkelen in het kader van noodhulp. De gegevens voor betreft sterfgevallen, en de materiele schade aan (kerk)gebouwen en huizen worden nauwkeurig bijgehouden. In de GPM gaat men vertrouwelijk om met die data i.t.t. tot een aantal jaren geleden, toen alles werd vrijgegeven. Zo kan ook zij snel ingegaan worden op de nood in en om en nabij de gemeenten. Het probleem voor de pengungsi, is dat zij geen exacte datum hebben van terugkeer. Naast diaconale hulp wordt er ook pastorale hulp, zelfs met een speciaal label als ‘trauma healing’. De geestelijke nood is zo groot, dat alle vormen van pastoraat van harte welkom zijn. Maar in een noodsituatie als deze blijkt het soms moeilijker te zijn om de lopende zaken op een goede manier te coördineren.
Op donderdag 3 oktober leek het gewone leven weer herpakt te zijn. Op de campus werden de voorbereidingen getroffen door de docenten voor de bezoeken van zondag 7 oktober naar Banda Suli en Waai. Het was een teken van solidariteit en verbondenheid. Tegelijkertijd wilde men een start maken aan ‘trauma healing’. Maar met een heftige klap werd iedereen weer het woud van de angst ingeslingerd. Het betekende voor velen een herbelevenis van de aardbeving van een week eerder. Velen trokken weer de bergen in en wilden veilig kunnen overnachten. Aan de stroom van vluchtelingen scheen geen einde te komen. Men ging naar familie of koos voor een tent in het tentenkamp…

3. Donderdag 10 oktober
Veertien dagen na de aardbeving van 26 september werd Ambon wederom overvallen door een aantal bevingen, die geregistreerd werden op de schaal van Richter. Dit keer was ik in de buurt van onze guesthouse. Moest even langs de apotheek om wat extra medicijnen te halen vanwege mijn lichamelijke ongemakken. Toen ik terugliep zag ik hoe Ambon door de schok veranderde. Opeens was de knop omgeslagen bij de mensen. Meteen was de ochtendrust weg. Op de weg was het een getoeter vanuit de auto’s en brommers reden alle kanten uit, zo ook op de trottoirs. Om de haverklap werden we overdonderd door het motorgeronk van stoere motorrijders, die hun angst vóór wilden zijn. Een grote mensenmassa zocht wanhopig naar een vluchtroute. Ik zag moeders, die met een verbeten grimas hun kind dragend, of aan de hand vasthoudend zoekende naar veiligheid. (Groot)ouders kwamen opeens overal vandaan om hun kinderen van school te halen. Je zag de angst en de hysterie in de ogen van de meeste jonge en oude mannen en vrouwen. Toen ik bij het huis kwam zat iedereen in de tuin in afwachting wat er zou gebeuren. Men wilde niet in huis bedolven worden… En weer was er net zoals op 26 september binnen een half uur een nastoot. De straat was snel verlaten, want men bracht de kinderen weer in veiligheid naar de berg Gunung Nona. Ook op de campus waren de gevolgen van de beving merkbaar. De rector nam het besluit om de colleges en allerlei activiteiten te staken van 11 oktober tot en met 20 oktober. Dat gaf de studenten de rust om hun familie op te zoeken of om te zien naar de medestudenten, die al een poos niet op de campus waren gesignaleerd. Zelf namen wij de gelegenheid te baat voor een stedentrip naar Singapore en Jakarta om onze visa te regelden.

Op 10 oktober lunchten we in de tuin en hadden contact via WA en FaceTime met onze mensen in Nederland. Zij moesten gelijk weten hoe het met ons gesteld was. Samen kwamen wij zo in de buitenlucht tot rust. De rest van de dag heb ik gerust en me voorbereid op een activiteit voor de Angkatan Muda, de christelijke jongerenvereniging van de wijkgemeente OSM. De avond had als thema ‘bencana atau berkat’: was de aardbeving een ramp of een zegen. Er kwamen bijna 70 leden bij elkaar vanuit de verschillende sectoren. Het bijzondere bij deze activiteiten is dat ook jonge predikanten en vicarissen actief participeren. Het werd een bijeenkomst, waarbij ik de link legde naar de missie van de Angkatan Muda, om licht en zout van de wereld te zijn? Of hoe blijf je nu een stad op de berg na de aardbeving van 26/9?

Ik verwees naar de opmerkingen van een collega predikant. Hij beweerde, dat de stad Ambon de afgelopen 3 donderdagen getart werd door heftige aardbevingen. Hij vroeg zich af, wat nu de reden zou kunnen zijn voor deze cyclus van 26 september, 3 oktober en 10 oktober. Toeval of niet: ik kwam vóór het kerkgebouw in gesprek met prof Dr. Fredy Leiwakabessy een bioloog. Ik vroeg hem wat hij van de beweringen vond van het tsnami-gevaar voor Ambon. Hij vertrouwde mij toe, dat hij het moeilijk vond om daar waarde aan te hechten. Misschien, dat die mensen en instellingen gelijk krijgen, maar het blijven in zijn ogen aannames en hypothesen. Wij hebben als wetenschappers nog niet de vaardigheden om het menselijk hart te doorgronden, laat staan de aarde en wat er diep in haar opgesloten zit… Zijn informatie kwam mij goed van pas. Mijn inzet van de reflectie was om niet stilstaan bij de waarom vraag van de cyclus. Want niemand kan met enige zekerheid beantwoorden, waarom de stad Ambon op de drie donderdagen getroffen werd door deze angstaanjagende aardbevingen. Ik stel liever de vraag hoe je de 3 ‘K’s’ van ‘Kamis’ (donderdag) zou kunnen zien in combinatie met de tekst van de Angkatan Muda Mateus 5:13-16. Om licht en zout van de wereld te zijn heb je die ‘k’ van ‘kamis’ nodig. In mijn benadering staan de 3 K’s voor Kesabaran, d.i. geduld, Ketulusan, d.i. oprechtheid en Kesunyian, d.i. stilte. Bij elke aardbeving hebben wij geestelijke ondersteuning nodig. En die vinden wij in de stilte, die wij betrachten en opzoeken. Het gaat om het geduld, wat we op kunnen brengen om niet in paniek te geraken, maar om onze angst uit handen te geven. Of zoals wij het vanuit onze geloofstraditie geleerd hebben ‘serahkan kepada Tuhan”, dat we het uit handen durven te geven aan de HERE Christus. Ik daagde de jongeren uit om in stilte de geestesstrijd aan te gaan… Er werd intens met elkaar gediscussieerd over de kansen, die wij keer op keer krijgen om te midden van alle rampzaligheid ook de zegeningen van het leven te ervaren. Wat is nu de roeping van een christelijke jongerenvereniging in deze omstandigheden. De jongeren waren kritisch naar zich zelf toe en de aanwezige vikarissen en jonge net beginnende predikanten zorgden voor de nodige diepgang. De vraag blijft of we het geduld kunnen opbrengen om in stilte te vertrouwen op de beloften van de Heer van de kerk. Ik kon het niet laten om op de rol te wijzen van de eerste generatie Molukkers in Nederland, die te midden van crisissituatie rondom het tijdelijk verblijf rust vonden in de stilte van hun geloof.

4. Geestelijke ondersteuning
Sinds de aardbeving had het iedere avond geregend. Het gedonder op Ambon toont hoe belangrijk ondersteuning en solidariteit blijft. Het betreft niet alleen materiële steun, die is langzaam op gang gekomen. Maar het gaat vooral om de geestelijke steun. In een volgend verslag zal ik daar nader op ingaan. Wat ik de afgelopen donderdagen gezien heb is onwaarschijnlijk. Ik blijf me verwonderen over de geloofskracht van de getroffen mensen. De pastorale bezoekjes vanuit de campus gaven een goed beeld hoe het de mensen verging. Het is troostrijk en inspirerend als je in de onzekerheid van het leven zo maar bezoek krijgt van mensen. Het onderbreekt ook het dagelijks patroon in zo’n tentenkamp. Bij onze bezoeken werden ook wij geraakt door de wijze, waarop de kinderen met de situatie omgingen. Hun blijdschap voedde ons geloof! Zij – ‘hulpbehoevenden’ – werden de levende wegwijzers in de ontwikkeling van ons – ‘de hulpgevers’ – geloof. Vanuit de kerk hoef je niet te concurreren met de hulpverlening op materieel gebied. Het gaat vooral om diaconale en pastorale activiteiten gericht op de versterking van het geloof van het individu.

5. 31 oktober – Hari Luther
Op 31 oktober 1517 poneerde Marthin Luther 95 stellingen, die het begin vormden van de reformatie. Het gedonder te Würtenberg betekende de geboorte van de protestantse kerk. De afgescheidenen moesten van begin af aan alles opnieuw leren doen.
Wie op Ambon leeft heeft het relatief gezien makkelijker ‘pasca gemba’, dan de bewoners van de negeri’s Passo, Liang, Tulehu, Waai, Suli (Banda) en de omringende eilanden zoals Seram, Haruku, Dobo en Kei.
Toch heeft ‘tanah goyang besar’ (grote aardbeving) ook impact op onze dagelijks bestaan op Ambon veranderd. Je merkt, dat je anders naar de realiteit kijkt. En je constateert een zekere mate van alertheid bij jezelf op. Dit bleek in de week, dat we er even tussen uit waren in Jakarta. We zaten in de Pauluskerk en reageerden beiden als geschrokken op een gebeef en gerommel in de kerk. We keken elkaar aan en konden een glimlach niet onderdrukken. Buiten zagen we een grote vrachtwagen voorbij het kerkgebouw rijden…

Terug op Ambon viel me op, dat de meerderheid van de predikanten in hun verkondiging te snel teruggrijpen naar het beeld van de aardbeving als een straf van God. Er lijkt weinig ruimte te zijn voor een andere vorm van theologie. Het lijkt alsof ik opnieuw aan het eind van het vorige millennium beland ben, waarbij de kerusuhan toen en de aardbeving nu, als een soort van straf van God op de Molukken is neergedaald. Soms is de verkondiging gewoon een donderpreek van hel en verdoemenis. Er komt einde aan deze situatie als men zich weer tot God bekeert en de mensen stoppen met hun zondig bestaan. Mensen moeten niet meer kiezen voor list en bedrog alsook alchohol, sex en drugs. Ook zullen de contacten met de Islamitische Molukkers weer aangetrokken moeten worden. Vaak levert dit niet meer op dan verbaal gedonder vanaf de kansel. Zelf heb ik mijn twijfels of dit werken zal. De predikant zal meer als theoloog de verschijnselen van de natuurrampen moeten benaderen. Ik heb daarbij veel geleerd van studenten en vluchtelingen. Een student gaf aan, dat we God niet de schuld kunnen geven, voor het feit, dat de aarde zich zelf aan het vernieuwen is. Dat gebeurt net zoals met de herfst in Nederland de bladeren van de bomen vallen. Een oude man van Waai vertelde tijdens een ‘kebaktian tenda’ (kerkdienst in de tent) het volgende aan de student, die voorging in de dienst: ‘Ik heb het gevoel, dat God te midden van deze ramp, met ons is. Hij toont aan ons Waainezen, dat Hij ons liefheeft. Toen wij 20 jaar geleden met de kerusuhan naar de bergen vluchten verdwenen de talrijke muggen, die daar huisden. En ook nu wij vanwege een natuurramp naar de berg moeten vluchten en in tenten wonen zijn er geen muggen. Dit is voor mij het teken, dat God om de Waainezen geeft.’ Wanneer al deze ervaringen gebundeld worden, dan kan er ook samen gezocht kunnen worden aan een alternatieve manier om het Woord zo te brengen, dat het mensen sterkt in hun geloofshouding. Hoe kun je de gevoelens van angst op basis van het Evangelie inzetten om actief te zoeken naar geloof , hoop en liefde?

We zetten op de zevende donderdag na de aardbeving een andere bril op om onze dagelijkse activiteiten te ordenen. In hoeverre kunnen we daarmee ons geloof dagelijks hervormen? In hoeverre kunnen wij op basis van het geloof verder? Het zijn weliswaar geen 95 stellingen, maar van de vrouw des huizes kregen we elke dag eenzelfde checklist mee. We mochten het huis pas uit, als dit inderdaad het geval is. Zij kwam tot het volgende afvinklijst:
1. Vergeet je paspoort en je bankpasjes niet.
2. Zorg ervoor, dat je je geneesmiddelen op een speciale plaats wegbergt.
3. Zet elke dag een tas gereed met wat kleren.
4. Neem je computer en telefoon altijd mee.
Waar we ook naar toegaan, het blijft van belang, dat je je ten alle tijde moet kunnen identificeren in deze Indonesische samenleving. Want zonder officiële papieren kom je nergens. Sindsdien heb ik mijn paspoort, pasjes en computer altijd bij mij. Maar dit lijstje is voor mij pas compleet als ik er een vijfde punt aan toevoeg:
5. Ik neem mijn geloof als punt 5 mee.
Op 31 oktober wordt ik opnieuw mij daar bewust van. Mijn identiteit in het Ambon pasca gempa is pas compleet als ik ook mij als volgeling van Christus kan manifesteren. Dat versterkt mij in het uitdragen van mijn identiteit en in het vervullen van mijn missie.

Ambon, 31 oktober 2019
Verry Patty

 

 

0 Reacties

Laat een reactie achter