Vierde verslag Ds. Verry Patty

Vierde verslag Ds. Verry Patty

Ale rasa beta rasa

1. Lessen in het leven

Op de laatste dag van de maand september was er weer activiteit op de UKIM campus. De colleges werden weer hervat. Maar in de collegezalen waren de gevolgen van de aardbeving duidelijk zichtbaar. Niet iedereen was in de gelegenheid om te komen. Er was nog een grote groep, die naar de bergen waren gevlucht. Een deel kon wel terugkeren naar de woningen; anderen waren ontheemd. Ook zat de paniek er nog goed in. Ik gaf in de ochtend pastoraat en kerkgeschiedenis. In de klas werden we geconfronteerd met het feit, dat meer dan 50 % van de studenten afwezig waren. Hoe kun hoe je nu met het hoofd zulke onderwerpen behandelen, terwijl je nog midden in een nare situatie verkeert? Sommige studenten bleven weg, omdat zij zich zorgen maken over hun ouders en familie. Anderen wilden helpen in de vertrouwde omgeving. Want het leed was niet aan te zien. Aan het begin van beide colleges nodigde ik de studenten uit om hun gevoelens te delen. Bij pastoraat zou de nadruk komen te liggen op de rol van de predikant als ‘servant-leader’. In hoeverre kun je als predikant goed pastoraat bedrijven? En waartoe dient in het pastoraat leiding? Hoe kun je in een situatie als op Ambon – na de kerusuhan – pastorale activiteiten ontplooien? En is pastoraat het alleenrecht van de predikant en de andere leden van de kerkenraad? Na een korte stilte brak de discussie los. De tijd vloog om. Sommige studenten vroegen zich af, waar de predikanten waren gebleven. Er waren er, die ook in de greep van de angst waren gekomen. Wat betekent een noodsituatie nu voor de predikant als persoon? Welke stijl van leidinggeven past in een geloofsgemeenschap, wat ten prooi is gevallen aan de gevolgen van een aardbeving? Aan het eind van de bijeenkomst waren de studenten overtuigd, dat ze op de campus veel kunnen betekenen voor elkaar. Uitgangspunt daarbij is de pastorale roeping van ieder persoon. In het college dogmatiek zou ik op basis van de kerkgeschiedenis van de Molukse kerken in Nederland ingaan op een tweetal contextuele geloofsbelijdenissen.

Ik heb de overtocht van de Molukse militairen – met hun gezinnen naar Nederland in de lente van 1951 – gebruikt als opstapje. Hoe zijn zij in het verblijf in Nederland omgegaan met de crisis, waarin zij terecht kwamen? En hoe heeft het geloof, wat ze vanuit Ambon hebben meegenomen doorgewerkt in hun verblijf? Welke rol speelde de Geredja Indjili Maluku (GIM). Wat kunnen we leren van de geschiedenis van de kerk? Hoe zijn ze uit die wurggreep van de angst en de onzekerheid gekomen?

2. Solidair met de moslims te Liang

’s Middags waren we uitgenodigd door pdt Cornelis Alyona, die met de collega’s zijn pensionering wilde vieren. Er werd een huisdienst gehouden, waar de decaan voorging en de rector de jarige op zijn 65 jarige verjaardag toesprak. Als emiritus predikant blijft hij  verbonden aan de UKIM. Na het middageten gingen we mee met een UKIM delegatie van de faculteit theologie naar Liang en Waai om onze solidariteit te betuigen met de mensen, die hun woningen hebben ingeruild voor een veilig heenkomen in de bergen. Het werd een emotionele rit, waarbij we de veilige oorden van Batu Gantong achter ons lieten. Toen wij  Passo verlieten en richting Waai reden zag je het straatbeeld veranderen. Hier hadden de brommers en de motoren hele stukken weg voor zich zelf alleen. Op de hoger gelegen gebieden zie je overal op wat op terrein tussen improvisorisch ingerichte tenten met dozen waarin wat huisraad, dozen en koffers liggen. De mensen zijn naar andere plaatsen gegaan en komen vanavond weer terug om hier te slapen.

De verwoestingen waren enorm; menig huis was ingestort. De ontheemden zag je rondzwerven rond het nog overeind staande huis. En anders hingen ze rond de tenten, die voor de noodopvang waren opgezet. Het was een trieste aanblik om de mensen zo te zien wachten. Want wanneer wordt het naar hun gevoel weer veilig? In Liang was het bij de hulpposten een drukte van jewelste. Mensen komen en blijven kijken wat er gebeurt met de door de overheid afgeleverde sembako (basiseten). De argwaan is groot, want van een afstand luisterde men naar wat er allemaal gezegd werd bij de overhandiging van de noodpakketten. De angst domineerde, dat bij de verdeling van de hulpgoederen de wijk benadeeld zou worden. Toen wij bij onze contactpersoon aankwamen in Liang volgde een man op een motor ons en luisterde mee. Na de uitleg van de verantwoordelijken in de wijk brachten zij ons naar de hoofdpost gebracht, waar de levensmiddelen werden afgeleverd. Ondertussen blijven de mensen posten. Als verantwoordelijken is het zo moeilijk werken. Van elke gift werd opgetekend, wat werd afgeleverd en van welke instelling dit schonk. Nadat we klaar waren en nog gesprekken hadden gevoerd met de hulpverleners reden wij richting Waai.

3. Solidair met de Christenen te Waai

Langs de weg zagen we de mensen alles fut- en fitloos over zich heen te laten komen. We gingen naar een predikante, die tussen de ontheemden in een kamp bivakkeerde. We namen de weg naar de ‘aer terjun’ (de waterval), die volgebouwd was met allerlei tenten. Hele gezinnen zaten daar bij elkaar en zo nu en dan klonk er weer lachsalvo ‘hahaie’. De lach blijft belangrijk en kan beschouwd worden als een element om de trieste omstandigheden even te doorbreken. Op de filmpjes die wij op internet hebben gezet kunt u zien hoe wij aan selam serani di Liang dan Waai. De predikante wachtte ons op met een aantal aantal kerkenraadsleden. Er was een aangename verrassing toen we nog op een auto moesten wachten, die verkeerd was gereden. Een groep van een tiental studenten theologie was op de berg terecht gekomen om een drietal medestudenten theologie te bezoeken. Ook hadden zij wat levensmiddelen bij zich. De decaan nodigde de studenten uit om samen de UKIM gift te overhandigen. De gemeenteleden, die rondom de predikant woonden vertelden, dat het leven bestond uit wachten, wachten en wachten. Met elkaar kwam de dag door, maar wie kan er in de regenrijke nachten de slaap vatten. De aanwezigheid van familie en vrienden bracht veel rust. Overdag probeerde men het slaaptekort in te halen of men daalde af naar de woningen om een bad te nemen of om gebruik te maken van het toilet. Men vroeg zich af hoe lang dit vol te houden is, want zo lang men op de berg moet blijven kan er geen inkomsten gegenereerd worden. Overal zie je de volwassenen met elkaar praten, maar door het drukke autoverkeer op de smalle weg is het verboden trrein voor de kleintjes. En zo lang de scholen gesloten blijven is het een onhoudbare situatie voor de kinderen. Het blijft een uitdaging om zich op de berg te vermaken. Op de berg viel ons het verschil op tussen moslims en christenen. Het afgeven van de goederen ging in alle gemoedelijkheid. De mensen toonden vertrouwen, dat de kerkenraad het op een goede wijze zou verdelen.

4. Geestelijke ondersteuning

Ik schrijf dit op dinsdagavond 1 oktober rondom 23.23 u. Het verkeer op de Jl Siwabessy beperkt zich tot wat vraagwagens en veel luidruchtige motoren. Het is hier sinds 22.00 u relatief rustig. Veel mensen zijn ondanks de oproep vanuit de autoriteiten weer naar hun slaapplekken in de bergen gegaan. De angst en paniek lijkt nog steeds het straatbeeld te bepalen. Ik hoop, dat de kerken in staat zijn om de mensen de geestelijke zorg te bieden, waarnaar de mensen verlangen.

 

De predikante zag er nog wat bleekjes uit. Ze vertelde, dat ze lange dagen maakte en zo veel mogelijk de mensen opzocht. Afgelopen zondag vond de dienst plaats te midden van de tentbewoners. In die zin is het hard werken voor de kerkenraad. Ze toonde een tomeloze inzet als voorganger, maar mijn vraag  is hoe ze nu tot rust komt. De tenten bestaat uit een houten geraamte, wat bedekt is met een blauwe dekzeil. Waar haal je je kracht en inspiratie vandaan als je woonachtig bent in een open tent? Hoe kun je zonder enige privacy jezelf opladen voor dit werk? Zelf zei ze, dat ze voor haar dienstbetoon veel voldoening kreeg van gemeenteleden. Maar ik kan me voorstellen, dat ze per week een dag er even tussen uit kan gaan om zich elders op te laden. De uitdaging van de kerk is om de gemeentepredikanten, die te midden van de rampenbestrijding dienstbaar moeten zijn, kansen geven om er steeds te zijn voor de mensen in de gemeente. In hoeverre blijf je als gemeentepredikant in staat om dienstbaar te zijn. In een volgend verslag hoop ik hierop terug te komen.

Ambon, 1 oktober 2019
Verry Patty

Verry Patty is predikant van de GIM
En is in de maanden september, oktober en november gastdocent
aan de theologische faculteit van de UKIM te Ambon