De eerste week

1. Amsterdam-Ambon

De vliegreis van Amsterdam naar Jakarta verliep voorspoedig. Het ging er wel om spannen of wij nog last zouden krijgen van een hongerklop, want door de haast waren we vergeten brood en versnaperingen te kopen.
In het vliegtuig kwam de herinnering rondom de planning van de maaltijden weer boven. Tijdens de vlucht Amsterdam-Ambon krijg je na de lunch pas de volgende ochtend het ontbijt voorgeschoteld.
Wie zin had om te eten kon snoepen van de verschillende snacks, die werden aangereikt. Het was die ochtend behoorlijk druk op het vliegveld. Er restte ons niets anders dan ons langzaam in de lange rij in te voegen, voordat we uiteindelijk de douanepoortjes konden passeren.
Toen wij na een rustige wandeling bij gate G09 aankwamen hoorden we dat het instappen net was begonnen. Wij konden gelijk inchecken. De volgende ochtend stapten wij uit het vliegtuig te Jakarta.
Op het vliegveld Sukarno-Hatta was de route naar de binnenlandse vlucht naar Ambon aanzienlijk verbeterd. Vorig jaar werden we na de immigratie nog opgevangen door een tweetal Garuda medewerkers, die ons door de doolhof gidsten naar de gate op terminal 3.
Nu moesten wij na de immigratiedienst de klus zelf klaren. Met de nodige assistentie van de mensen, die daar werkten kwamen we snel in het juiste gebouw om onze weg te vervolgen. Na flink doorstappen konden wij ons bij de gate aanmelden. Ook hier was de timing perfect,
we konden zo met de stroom mee. Ondanks de hoge kosten voor een vliegreis van Jakarta naar Ambon was het vliegtuig nagenoeg vol. Vanuit het toestel werd het uitzicht belemmerd door een dik wolkendek. Zo nu en dan kwam de zon door.
Toen we Ambon naderden werd het zicht beter en keek mijn buurman neer op de zee, waar dode witte vissen op dreven.

Diezelfde avond kregen we te horen, dat er een tsunami dreiging was op Leitimor Selatan. In het nieuws kwam er een reactie van de lokale meteorologische instantie, dat de vissterfte niet te wijten zou zijn aan een beving onder de zee, wat weer een signaal zou zijn van de tsunami dreiging.
De rust werd gepredikt… Op Ambon stonden ds. Chris Tamaela en Joop de chauffeur van de faculteit ons op te wachten. We hingen ruim een kwartier bij de transportband voor de afgifte van onze bagage. We hadden geluk, dat we als één van de eersten onze koffers konden ophalen.
In het complex was veel veranderd; men stond aan het begin van een grondige verbouwing van het Pattimura vliegveld. Vele vertrekken, waaronder het toilet waren afgebroken. Na een zoektocht vonden we op de eerste etage de wc’s.

2. Terug van weggeweest

Daarna konden we in de miezerige regen opgelucht richting Ambon stad. Het scheen het weer te zijn van de afgelopen week. Rustig reden wij richting Ambon stad door het drukke verkeer, waar auto’s en motoren luid naar elkaar toeterden..
Voor de verkeersdrukte op Ambon lijkt op korte termijn geen oplossing mogelijk. Het lijkt net alsof elk jaar er meer auto’s en brommers op straat komen. Daarnaast zie je zo en dan fietsers onder begeleiding van de politie door de straten rijden.
Het aanzien van de stad leek ten goede te zijn veranderd vergeleken met eind vorig jaar. De trottoirs zagen er goed verzorgd uit; voor mij was ook opvallend de aanwezigheid van advertentieborden met neonlicht en verspringende letters, de ‘oude’ borden boven de straat vielen op,
doordat er geen enkele advertentie opstond. Je zag alleen maar het geraamte. In de supermarkt in de stad zochten we dagenlang tevergeefs naar een grote fles cola. Bij navraag bij het winkelpersoneel kreeg je als antwoord, dat de de vakken leeg stonden en de komende tijd ook leeg
zullen blijven. “Kosong!(leeg)” We hebben nooit antwoord gekregen, wanneer de schappen weer zouden worden aangevuld. Beschikbaar waren wel de kleine flesjes en bekertjes. Een vriend vertrouwde ons toe, dat het met Kerst wel goed zal komen met de bevoorrading.
Is dit het gevolg van de economische vooruitgang, die greep krijgt op de commercie en de persoonlijke huishoudens? Ondanks de hoge prijzen voor de binnenlandse vluchten zaten we in een nagenoeg volle vliegtuig.

 

Bij het naderen van de campus kun je niet om het nieuwe hekwerk heen. Het geeft de campus een geweldige uitstraling. Daar komt bij, dat de groei van de universiteit 2 ook zichtbaar is geworden in de nieuwe gebouwen, die erbij zijn gekomen.
Wie de campus betreedt loopt tegen het nieuwe bestuursgebouw van de UKIM aan. Daar zit niet alleen de rector en zijn staf, maar ook de stichting Yaperti. Op een relatief klein gebied wordt heel veel op poten gezet.
Een aanwinst is de verhuizing van de bibliotheek van Kusu-kusu Serah naar de campus. Het scheelt de studenten veel reistijd nu ze in de stad kunnen blijven om te lezen en an hun onderzoek te werken. Niet alleen voor het gebouw, maar ook binnen is het een drukte van jewelste.
Alle beschikbare tafels zijn meestal bezet door studenten, die voor een scriptie of opdracht bezig zijn zware studiestof tot zich te nemen. Een andere opvallende verandering is ook de definitieve intrede van de auto’s.
Naast de rector en de decanen van de faculteiten hebben ook docenten de beschikking over een auto. Die staan langs de weg geparkeerd. De motoren hebben ook speciale parkeerplekken gekregen. Maar zo nu en dan zie je motoren van de studenten, die zo dicht mogelijk hun rijwieltuig willen parkeren bij het gebouw, waar ze moeten zijn.
Het werd een mooi en hartelijk weerzien met studenten en docenten. Nadat ik mijn mail gecheckt had werd ik door pdt. Batlajery naar mijn werkkamer gebracht. In de verbouwing en de verhuizing van de verschillende faculteiten kreeg men op de asters theologie afdeling ruimte toegewezen, waar 3 docentenkamers
kwamen. Ik kon terecht in één van de drie kamers. Na mij daar geïnstalleerd te hebben gingen we naar aula voor de woensdagochtend bijeenkomsten spiritualiteit. Dit semester wordt het boek Hooglied gelezen. Hoe ontwikkel je als student een gedachtenkader voor het boek Hooglied, wat je later ook kunt gebruiken
in de verkondiging aan de gemeente.

Het wordt ook de inzet voor een inter-contextuele discussie, waarbij de inleider feedback krijgt van een docent en men daarna groepsgewijs via stellingen en/of vragen met de tekst aan de slag gaat. De twee inleidingen namen alle tijd in beslag, waarna om 12.00 u de bijeenkomst – zonder enige vorm van discissie – moest worden afgeblazen.

3. Study, Sport & Spotten

We waren benieuwd naar de ‘student day’ op de campus, wat op zaterdag georganiseerd wordt. Het is een traditie wat na jaren weer is opgepakt. Elke week wordt een andere sport beoefend. Vorige week hield men een ochtendwandeling.
En 3de komende weken worden er allerlei andere activiteiten voor koorzang, muziekles en dans gehouden. Toen we die zaterdag aankwamen waren ze op het betonnen sportveld aan het volleyballen. Het was een mooi gezicht om de theologiestudenten zo enthousiast te zien sporten.
Het schortte niet aan slagkracht, technisch vermogen en timing. Ook was er sprake van een goed ontwikkeld positiespel. Ik genoot van de souplesse, waarmee deze aanstaande geestelijken zich op het veld voortbewogen. Zij verstonden de kunst om niet op de grond te duiken.
Indien nodig hielden zij een bal met hun voet hoog. Diep in mijn hart was ik jaloers op de docent, die actief meedeed aan de wedstrijden. Gelet op mijn stramme ledematen was dit niet voor mij weggelegd. Een andere docente en de decaan speelden met een groepje studenten een partijtje basketbal.
Het blijft mooi om mensen op het speelveld te zien samenspelen. Je merkt wie de sterke en de minder sterke spelers zijn. Je ziet niet alleen het plezier, maar ook hoe ze zich als team inspannen om samen te spelen. Terwijl we de volleybalwedstrijd volgden kwam er een jongeman op ons af.
We dachten, dat hij een student theologie was. Tot onze verwondering gaf hij aan, dat hij uit Nederland kwam en mijn zonen kende. Hij herkende mij vanaf de andere kant van het sportveld. Hij stelde zich als Geronimo Hatumena uit Vaassen voor.
Hij is student de Hogeschool van Deventer Saxon en volgt dit semester colleges aan de Fakultas fysik van de UKIM.

Na het spotten van de sporters wilden we naar de Lapangan Merdeka gaan om te kijken of er nog gejogd werd. Maar bij Kantorpos Masrun werden we door een oude bekende gespot. Zonder te schreeuwen zwaaide hij ons hartelijk toe. Bung Joop herkende gelijk de Molukse voetbaltrainer Bert Pentury.
Hij verbleef bij familie in de buurt van de Heilige Hart kerk. Binnenkort gaat hij weer in de regio aan de slag in een voetbalschool. De UKIM is meer dan een school voor predikanten. Het collegerooster is overvol en de studielast voor de studenten is erg groot.
Om de studie tot een goed einde te brengen blijven zij op elkaar aangewezen. Hoe langer ik op de campus rondloop hoe meer bewondering ik krijg voor de docenten, die binnen de gegeven omstandigheden werken. Zo investeren zij niet alleen in de studenten, maar ook aan de toekomst van de GPM.
De predikanten, die opgeleid worden zullen verkondigers moeten worden van de bevrijding in Christus: het gaat om de vernieuwing, verzoening en vrede. In de komende tijd hoop ik dit beter in beeld te kunnen brengen.

Ambon, 25 september 2019